Einde Camino
De Weg is het doel
Na het plotselinge overlijden van onze dochter in 1994 vond mijn vrouw rust bij het produceren van de
mooiste quilts. Regelmatig waren haar quilts de hoofdprijs bij verlotingen, allen voor het goede doel. Ik
zocht mijn rust in dag wandelingen in de natuur, meestal alleen. Ik werd lid van de stichting Walk For
Sophia, opgeheven in 2018. Het doel van de stichting was geld inzamelen voor het welzijn van de
patiëntjes van het Sophia kinderziekenhuis van Rotterdam. Als tegenprestatie werd elk jaar van Parijs
naar Rotterdam gewandeld. Estafette in honderd uur. Mijn taak was daarbij te zorgen dat de wandelaar
niet verdwaalde.
In oktober 2017 overleed mijn vrouw aan kanker. Twee maanden later kwam mijn Belgische vriend (ook
lid van de stichting) vragen of ik met zijn vrouw naar Santiago de Compostela wou lopen. Hij kon het
niet meer, en wou zijn vrouw (een generatie jonger dan ik) niet alleen laten lopen. Zonder nadenken zei
ik direct ja.
Maar waarom had ik ja gezegd? Was het vanwege het
overlijden van mij vrouw? Of van mijn dochter? Een
pelgrimage? Een spirituele wandeling? Zeker geen
religieuze, dat was zeker. Ik was katholiek opgevoed, maar
had al zeer lang niet meer aan een eucharistieviering
deelgenomen. En wandelen met een vrouw alleen, zou dat
wel goed gaan?
Tijdens een gezellige avond werden afspraken gemaakt. Er
zou niet overnacht worden in een tent, en we zouden nooit in
hetzelfde bed slapen. We zouden elk ons eigen tempo lopen.
En als een van ons zou afhaken, zouden we beiden stoppen
met de Camino.
Ik sloot me aan bij Het Genootschap van Sint Jacob, en mijn partner werd lid van het Vlaams
Compostelagenoodschap. We gingen meedoen met de estafette wandelingen vanuit Zuid Nederland
naar dat verre Sint Jacobiparochie. Ons wandelritme bleek exact hetzelfde. We werden echte
wandelmaatjes, en kregen stempels gezet in onze “wandelboekjes”. De stempel die in het Begijnhof
van Breda werd gezet was speciaal. Van de vrouw in een rolstoel die de stempel plaatste kreeg ik ook
een Jakobsschelp. En ze schreef een woordje bij de stempel. “Maria”. Ik kreeg een raar gevoel daarbij.
Was dit het Camino-gevoel?
Naar Santiago de Compostela
Niets stond in de weg om te wandelen naar Santiago de Compostela. Het moest wel in etappes
gebeuren, want mijn Belgische vriendin, werkte nog. Nog een laatste oefening moest gebeuren. Een
meerdaagse wandeling, met een gevulde rugzak. Tijdens de koude lentedagen van 2018 volbrachten
we deze vijfdaagse oefening. De startplaats was niet een van onze woonplaatsen, Essen/België, of
Huijbergen, maar Sint Jacobiparochie. Het Jabikspaad werd de eerste etappe van onze Camino naar
Santiago de Compostela. En natuurlijk bengelde de Jakobsschelp, gekregen in Breda, aan mijn rugzak.
Een paar maanden later passeerden we in West-Brabant
de grens met België. Onze Camino dwars door
Nederland was geen religieuze of spirituele tocht naar
Santiago de Compostela. Het was veel meer een
avontuurlijke kennismaking met ons mooie Nederland.
Genieten van het planetarium in Franeker, het open
Friesland, de Weerribben, het Maarten van Rossum
wandelpad op de Veluwe, de Waterlinie, enz.. Genieten.
Ondanks het weer, de blaren en verdwalen.
De lente veranderde in de zomer. We liepen mee met de
laatste estafette wandelingen naar Sint jacobiparochie en
gingen trots naar huis met onze “Kompostela fan it
Waad”. Nu was België aan de beurt. Langs de Lange
Wapper in het Antwerpse havengebied, en langs het Atomium, en Manneke en Janneke Pis in Brussel.
De Via Brabantica veranderde in de Via Gallia Belgica. Het werd direct duidelijk dat onze gekozen route
niet de meest bewandelde weg naar Santiago was. Gelukkig hadden we wandelstokken bij ons om de
wandelweg begaanbaar te maken. En wie zeurt dan als de weg eindigt midden in een bietenveld, of de
brug die je moet oversteken al jaren verdwenen is.
De zomer liep ten einde toen we eindelijk de Franse grens
bij Vieux-Reng bereikten. In West Brabant en de Provincie
Antwerpen konden we steeds thuis slapen. We hadden
tijdens het stuk van Brussel naar Vieux-Reng hulp van de
echtgenoot van mijn wandelmaatje. Hij zorgde in
Henegouwen, voor het vervoer van wandelroute naar
slaapplaats en weer terug. En die slaapplaats was, om
kosten te drukken, een tent. Die andere afspraak, slapen in
verschillende bedden, hadden we ook al niet kunnen
waarmaken.
Tot nu toe hadden we steeds vier of vijf dagen achter elkaar
gelopen. De volgende estafette, een stuk van elf dagen,
bracht ons in de late herfst tot in hartje Parijs. De Notre
Dame was het einddoel van 2018. Dwars door de hel van
het noorden waar je in elk dorpje wel een herinnering aan
een Wereldoorlog tegenkomt. Natuurlijk kenden we Noord
Frankrijk van onze Parijs naar Rotterdam verplichting. Maar
nu hadden we een ander ritme dan Eten-Lopen-Slapen-
Eten enz.. En we hadden wat meer tijd om een kerk of
kapel binnen te stappen of om een oorlogsbegraafplaats te
bezoeken.
Bij de Notre Dame stonden gendarmes met hun
pistoolmitrailleurs in de armen de rij toeristen te bekijken.
Tot onze stomme verbazing konden we met volle bepakking
de Notre Dame betreden. Ik kreeg weer een raar gevoel bij
het aansteken van een kaarsje. Het was even zoeken waar
we onze Credential konden laten afstempelen. Het rare gevoel was er weer toen de stempel in mijn
Credential werd geplaatst. Was deze Camino dan toch meer dan een avontuurlijke wandeling?
Teleurstelling
Om er zeker van te zijn dat we ooit in Santiago de Compostela zouden aankomen vlogen we In maart
2019 naar Porto. We hadden gekozen voor de originele ‘Caminho Portuguez’. Een ongelukkige stap
zorgde voor een gebroken teen bij mijn wandelmaatje. Maar met slikken van pijnstillers, werd de
Caminho toch zonder vertraging volbracht. Verdwalen was haast onmogelijk, de Duitse
routebeschrijving bleef ongebruikt in de rugzak zitten.
Deze keer waren er wel medepelgrims. Slapen
deden we in pelgrim-herbergen, in privé herbergen,
in goedkope hotels enz. Overnachten in het
Franciscanen klooster in Herbón lukte helaas niet.
We waren drie weken te vroeg, de winterslaap van
de kloosterlingen was nog niet voorbij.
De laatste paar dagen moest de regenkleding
gebruikt worden. Toen we Santiago de Compostela
binnenliepen zag ik twee betonnen Camino paaltjes.
Een daarvan toonde de naam van mijn overleden
dochter. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. De
troostende hand van een Duitse pelgrim op mijn
schouder voelde goed.
De weg naar de kathedraal voerde langs een
aaneengeschakelde keten van winkeltjes met ‘devotie’ prullaria. Die winkeltjes gaven me een onprettig
gevoel. Dat gevoel veranderde in euforie toen we het plein voor de kathedraal op liepen. Helaas
verdween dat gevoel snel bij het zien van drommen toeristen die stonden te wachten voor een bij de
kathedraal geparkeerde toeristentrein.
De teleurstelling werd nog groter bij het binnengaan van de kathedraal. Geen banken, geen heilige mis,
geen zingende zuster, geen zwaaiende Botafumeiro. In plaats
daarvan weer die rijen toeristen. En stellages met daarop
mensen die luidruchtig aan het werken waren. Ook het
aansteken van een kaarsje moest achterwege blijven. Ik vertik
het namelijk om een geldstuk in een automaat te stoppen
waardoor er misschien ergens een lampje gaat branden. Echte
kaarsen of waxinelichtjes waren niet te vinden.
En het besluit om aan te sluiten in een lange rij mensen die een
trapje opliepen had ik beter niet kunnen nemen. Boven aan het
trapje gekomen werd door de mensen een hand gelegd op de
achterkant van een hoofd. Een heidens ritueel? Verborgen in
een nis zat een priester die de toeristen (ook mij dus)
aanspoorde om toch maar snel door te lopen. Ik heb die
handoplegging maar niet uitgevoerd. Mijn Camino-gevoel
verdween helemaal toen ik de kathedraal verliet en gedwongen
werd door een winkel te lopen waar je Santiago de Compostela
‘relikwieën‘ kon kopen.
Een paar straten verder mochten we aansluiten in de rij om
onze Compostela op te halen. Een elektronisch bord gaf aan bij
welk loket ik me moest melden. Het leek wel alsof ik een
bezoek bracht aan de gemeente. Ik vroeg om een ‘Sportivo’.
Later bleek dat ik de religieuze Compostela had gekregen.
In september 2019 mochten we ons Camino verhaal vertellen aan een volle zaal. Het werd een
verhaal met een lach en een traan. De drukte op de ‘Camino del Norte’ werd zichtbaar gemaakt met
een stukje van de film “I will Push you”. In deze film wordt een gehandicapte pelgrim in zijn rolstoel de
hele 800 km door zijn vriend voortgeduwd. Als de rolstoel stuk gaat, en hulp nodig is, lopen drommen
‘pelgrims’ voorbij en prevelen de bekende groet ‘Bon Camino’. Gelukkig waren er ook ‘Barmachtige
Samaritanen’ die wel hulp boden.
Het einde
Het is fris en guur als we eind oktober 2019 volgepakt weer bij de Notre Dame staan. Voor alweer een
wandeling van elf dagen. Via Chartres naar Tours. Een traject dat je beter niet kunt aanbevelen. Na
Parijs wordt het landschap saai. Velden zijn al ontdaan van de gewassen en liggen er troosteloos bij.
Storm en regen maken deze keer van onze wandeling een echte pelgrimstocht. Meer dan eens
worden we gedwongen van de geplande route af te wijken.
Het is zondagmorgen als we in een dorpje bij een kerk stoppen. We worden aangesproken door
kerkgangers die ons uitnodigen deel te nemen aan een jeugd mis. Dat doen we. De mis is nauwelijks
te volgen, mijn kennis van de Franse taal beperkt zich tot een paar woorden.. Mijn wandelpartner en ik
kennen echter de rituelen, we zijn beiden katholiek opgevoed.
Kinderen lopen tussen de banken door, niemand stoort zich daaraan. Voor me gaat een man tussen
de banken geknield zitten. Een vrouw neemt in het gangpad een devote houding aan. Ik word erg
emotioneel en ga zelfs naar voren voor het ophalen van de hostie. De laatste keer dat ik dat heb
gedaan is meer dan 55 jaar geleden. Na de communie beginnen de kerkgangers elkaar een hand te
geven. Wij ontkomen niet aan dat ritueel, we moeten ook handen schudden. Ik kan mijn tranen niet
meer bedwingen. De hand van mijn partner op mijn schouder voelt ontzettend goed.
Na Chartres is nauwelijks eten te vinden. Ontspanning na inspanning is er niet, zelfs het kopje koffie
moeten we een paar dagen missen. En de booking.com slaapplaatsen zijn sporadisch en vaak
oncomfortabel. Het stormachtige weer dwingt ons vaker te rusten dan we gewend zijn. Foto’s worden
nauwelijks gemaakt. Bij het zien van een bordje ‘Naomi, 17 jaar’ in het gras langs een kanaal schiet ik
weer eens vol.
Er is tijd in overvloed om na te denken. Waarom zou ik nog verder lopen naar Santiago de
Compostela? Het stuk van Chartres tot Bordeaux lijkt niet erg uitnodigend. Starten met wandelen in de
duisternis om als eerste bij een herberg aan te komen om een slaapplaats te bemachtigen doe ik niet.
Ik wil wat zien als ik wandel, het liefst zonder mensen om me heen. De Camino Del Norte is te druk
voor mij. En Santiago is toch vol van toeristen en Farizeeërs.
Bij thuiskomst blijkt dat ik een liesbreuk heb opgelopen. Het werk van de chirurg is onvermijdelijk. Net
voor de uitbraak van Corona staat mijn besluit vast. Mijn Camino is volbracht. Ook al heb ik niet de
hele weg van Friesland naar Galicië kuierend afgelegd.
Wino Paas (pasnr # 37395)
Bovenstaand verhaal is hetzelfde als werd aangeboden aan de redactie van de Jacobsstaf. Dit is hun
commentaar.
Uw artikel over uw Santiago avontuur is in de redactie besproken. Het is een zeer indringend
verhaal, de redactie heeft echter besloten de bijdrage niet te plaatsen.
Het verhaal bevat veel aanknopingspunten die verdere aandacht verdienen, er zijn veel
verwijzingen naar ervaringen die u heeft opgedaan maar die in deze vier pagina's niet verder
uitgewerkt zijn.
Mogelijk kunt u bij plaatsing op uw eigen website het verhaal wel verder uitwerken.
Daarbij is de ruimte in de Jacobsstaf beperkt en we moeten altijd kiezen uit een groot aanbod.
We hopen dat u begrip heeft voor onze overwegingen en danken u voor het toezenden van uw
verhaal.
Redactie Jacobsstaf.
Uiteraard komen alle verhalen over mijn Camino hier op de site te staan. Maar het zal nog wel duren
voordat het hele verhaal is verteld.